Over klezmer

Klezmer: een nieuwe stijl met oude papieren

 

Overal hoor je tegenwoordig klezmerbands spelen.

Niet alleen in theaters en op festivals, maar ook op muziekscholen, in café’s, kerken en huismuziek-groepen. Van lokale amateurs tot internationale professionals.

Hoe komt het toch dat deze stijl zowel buitengewoon vrolijk als diep melancholisch kan klinken? Is er iets typisch joods aan deze muziek (al hoef je niet joods te zijn om erdoor geraakt te worden)? Zit het joodse in de ontstaansgrond, de manier van spelen of in de momenten waarop deze muziek vroeger in Oost-Europa tot klinken kwam? Voor alle drie valt wat te zeggen. Maar het draait toch vooral om de speelstijl en het repertoire. Veel klanken, versieringen en intenties van klezmermuziek laten zich echter niet vastleggen in notenschrift. Het geheim van deze muziek blijft onopgemerkt als je je niet hebt laten meenemen door authentieke, oude opnamen uit 1920 - 1940 . Pas als je hier intensief naar geluisterd hebt en de ziel ervan begrepen, kun je je eigen ziel er muzikaal in leggen.

De betekenis van Klezmer
Klezmer komt van het Hebreeuwse woord 'kli-zemer' dat zoiets als lied-instrument, instrument om mee te zingen betekent. ('Zemer' is een Hebreeuws onomatopé-woord; klanknabootsing van het zoemen, het trillen van een snaar). De gedachte achter dit woord klezmer is: je gebruikt je muziekinstrument als verlengstuk van je stem en je zingt ermee. In tweede instantie betekent 'klezmer' de bespeler van het zanginstrument: de muzikant. Een derde, meer recente betekenis duidt op de muzikale stijl. Het is vooral te danken aan de Argentijns-joodse klarinettist Giora Feidman dat deze term vanaf eind zeventiger jaren synoniem is geworden voor de Oost-Europees joodse muziek.

 Een viool - maar ook een klarinet - kan klagen en juichen, lachen en huilen. Het is dan ook geen wonder dat dit de twee belangrijkste instrumenten zijn die in klezmermuziek gebruikt worden. Klarinet en viool zitten qua klank dicht in de buurt van de menselijke stem en kunnen die imiteren door bijvoorbeeld een stembuiging of 'krechtz' (kreun), zoals de 'chazan' (joodse voorzanger) gewoonlijk doet.

Klezmer is dus meer dan alleen een woord met een mooie, etymologische betekenis. Het is een concept; er zit een hele joodse wereld van denken, voelen en geloven achter.

 

Chassidisme en de nigun

Binnen het chassidische Jodendom wordt een grote waarde toegekend aan muziek en dans. Niet alleen voor de gezongen gebeden in de synagoge, maar ook tijdens religieuze feesten, en aan tafel bij de rebbe. Voor de chassidim - vrome Joden, meestal herkenbaar aan hun zwarte kleding, baarden en pijpenkrullen - brengt muziek en dans de mens pas werkelijk tot God.

De nigun is een melodieus klankgebed (zonder woorden) dat al neuriënd ontstaat, echter meer dan zomaar een deuntje dat toevallig opwelt.  In een later stadium, als de nigunmelodie vaste vorm had gekregen en in een chassidische bijeenkomst werd gezongen, kwamen daar soms instrumenten aan te pas. Een nigun kan daarom zowel ingetogen-meditatief klinken (zoals een doina), als extatisch-vrolijk (zoals een freylechs)


Klezmer als bruiloftsmuziek

Een bruiloft zonder klezmorim is nog erger dan een begrafenis zonder tranen,is een bekend Joods gezegde.

Zonder twijfel is klezmer het meest bekend geworden als bruiloftsmuziek. De 'chasene' (de joodse bruiloft) was bij uitstek de plek  waar de vrolijke freylechs/bulgars, de vlotte Russische shers en chosidls, maar ook de ingetogen gas-nigun (in trage 3/8-maat) of de klagerig-geïmproviseerde doina werden gespeeld.

Onder de 'chupe' (spreek uit: choepe), het trouwbaldakijn dat de toekomstige woning symboliseert, kreeg het bruidspaar een glas wijn aangereikt . Het lege wijnglas werd dan onder de voet van de bruidegom gelegd en hij trapte het kapot. Dit ritueel wilde niet zeggen: scherven brengen geluk. Het drukte uit dat sinds de verwoesting van Tempel van Jeruzalem (in 70 n Chr.) geen enkel geluk volmaakt is - ook niet dat van bruid en bruidegom. Direct na het breken van het glas riepen de bruiloftsgasten in koor: Mazltov (veel geluk)! Daarna zetten de muzikanten een feestelijke melodie in waardoor iedereen tot dansen werd gedwongen. De badchen riep de namen van gasten die met de bruid een kringdans mochten doen. Zijn waarschuwing aan de gasten luidde: 'Als u niet kunt dansen, geef dan niet de muzikanten de schuld dat zij niet kunnen spelen!'

Tijdens de twee tot acht dagen die een joodse bruiloft in Oost-Europa meestal duurde, waren de klezmorim in vaste dienst. Zij speelden allerlei soorten muziek, zowel dansmuziek als luistermuziek. Bovendien waren de klezmorim bij allerlei trouwrituelen aanwezig, o.a. het 'kale bazetsn' (het tronen van de bruid, waarbij zij op haar bruidsstoel onder tranen werd bezongen) en het 'kale badechn' (sluieren van de bruid). Klezmorim speelden bij de vele 'mazltovs' ter ere van bepaalde gasten. Ook brachten zij al spelend de bruidsstoet van de bruid en van bruidegom 'tsu der chupe' (d.w.z. van huis naar het trouwbaldakijn) en na de trouwceremonie 'fun der chupe' naar de feestzaal. Dit ging door tot aan het laatste stuk 'zay gezunt', waarmee het bruidspaar werd uitgezwaaid en de 'gas nigun', de straatmelodie waarmee de gasten naar huis werden gebracht. Klezmorim hadden, meer nog dan de badchen, een spilfunctie tijdens de Oost-Europese chasene, want zij waren bij elk belangrijk moment aanwezig. 

 

Muzikale stijlkenmerken

Kenmerkend voor klezmermuziek is de veelheid van stijlinvloeden. Joden woonden weliswaar meestal geïsoleerd in shtetls (stadswijken en dorpjes met alleen Joodse bewoners) en getto’s, maar zij kwamen hoe dan ook altijd in aanraking met de omringende muziekculturen. Om die reden klinkt klezmer de ene keer nogal Roemeens, de andere keer weer meer Russisch. In Roemenië en Hongarije was er ook regelmatig muzikaal contact met zigeuners. Zigeuners en joden speelden in elkaars muziekgroepen en op elkaars bruiloften. Ook deelden zij dezelfde sociale status: een bevolkingsgroep zonder aanzien en zonder eigen land.

Tussen grofweg 1880 en 1930 namen Joodse immigranten - op de vlucht voor pogroms of om de armoede en sociale uitsluiting te ontkomen - hun muziek mee naar Amerika. Daar kwamen hun melodieën o.a. in aanraking met vroege jazz en vaudeville (theatermuziek).

 

Muzikale bezetting

Klezmer kan eigenlijk met elk soort instrument gespeeld worden; er zijn geen vaste regels voor een authentieke bezetting. Er is in de klezmergeschiedenis qua instrumentatie steeds sprake geweest van verandering. In de 17e en 18e eeuw was de 'kapelye' (het klezmerorkest) alleen een snaar-aangelegenheid met leden van de fidl-familie (viool, altviool, cello). Soms werden daar 'baraban' (drum), 'tsimbl' (cimbaal) of 'fleytn' (fluiten) aan toegevoegd.

Vanaf begin 19e eeuw werd de viool als hoofdinstrument in klezmermuziek langzamerhand door de klarinet verdrongen, vanwege de luidere en heldere klank met toch dezelfde expressieve mogelijkheden. Eind 19e eeuw deden ook koperblazers hun intrede in klezmerbands. Dit was m.n. te danken aan het feit dat er nogal wat joodse muzikanten in een militaire blaaskapel van een Europees leger hadden gespeeld. Ook de muzikanten die naar Amerika emigreerden, kwamen met andere instrumenten in aanraking die o.a. in het theater, circus en café's gebruikt werden. Piano, accordeon, saxofoon, contrabas, drums, niets werd ongeschikt bevonden voor klezmermuziek.

 

Klezmer-virtuozen op klarinet

De grote namen van vroege klezmer-opnamen uit de jaren '20 en '30 zijn zonder twijfel Naftule Brandwein en Dave Tarras. Ook Shlojmke Beckerman mag genoemd worden. Naftule Brandwein (1889 - 1963) kwam uit een muzikale familie in Polen, Przemysl in de streek Galicië om precies te zijn. Hij nam op 19-jarige leeftijd de wijk naar New York.  Zijn ster rees al snel in Amerika, want zijn virtuositeit op klarinet was ongekend. En dat terwijl hij geen noot kon lezen en alles op gehoor speelde.

Dave Tarras (1897 - 1989) - geboren als Dovidl Tarraschuk in het Oekraïense plaatsje Ternovka - was qua techniek en muzikaliteit Brandwein's evenknie, maar had een totaal andere speelstijl. In Ternovka  speelde hij op joodse bruiloften en in militaire kapellen. In 1921 emigreerde hij naar Amerika, op de vlucht voor de pogroms. Zijn klarinet werd bij aankomst in Ellis Islands door de Amerikaanse autoriteiten in beslag genomen om te worden ontsmet d.m.v. uitroking. Deze behandeling betekende het einde van zijn klarinet en Tarras ging de bonthandel in. Maar na een paar jaar had hij genoeg gespaard voor een nieuwe klarinet en kon opnieuw de weg van zijn hart kiezen: de muziek . Toch is vooral Dave Tarras een monument voor de klezmer-muziek, omdat hij zo oud is geworden. Hij heeft zowel de opkomst (in de jaren '20) als het verval (in de jaren '50) van de klezmermuziek in Amerika meegemaakt. Maar daarnaast heeft hij ook nog de herontdekking eind jaren '70/ begin jaren '80 door derde generatie Amerikaans-joodse emigranten mogen beleven. Op hoge leeftijd heeft hij nog diverse klezmer-melodieën uit zijn geheugen opgediept en in notenschrift vastgelegd en les gegeven aan nieuwe klezmer-talenten.
Eén van de beste klezmer-klarinettisten van het moment is de Amerikaan Andy Statman, een leerling van Dave Tarras. Statman is niet alleen heel virtuoos - zowel op klarinet als mandoline -, maar ook bijzonder gevoelig in zijn speelstijl. Daarnaast schrijft hij fraaie, eigentijdse composities in klezmer-stijl.

En dan is er natuurlijk Giora Feidman, de wereldberoemde Argentijns-Israëlische klarinettist  een grootmeester is op zijn instrument die mede aan het begin van de klezmer-revival in de jaren '70 en '80 heeft gestaan.

 

De bekende klezmergroepen van tegenwoordig hebben allemaal virtuoze klarinettisten en violisten in hun gelederen. Luister eens naar Amerikaanse bands als the Klezmatics , Klezmer Conservatory Band  of Brave Old World.

Nederland en ook Duitsland kennen uitstekende klezmerbands, die ook internationaal bekend zijn zoals Di Gojim, de Amsterdam Klezmerband, Mazzeltov en Ot Azoj.

 

Klezmer is veelkleurig en kent een breed gevoelsspectrum. Klezmer herbergt de melancholie van de blues, de uitbundige vreugde van bruilofts- en dansmuziek en de mogelijkheid tot improvisatie van jazz . Wie net als ik eenmaal aan klezmer verslingerd is geraakt, raakt er niet gauw op uitgeluisterd en uitgespeeld.

Bron::

Gottfrid van Eck: Klezmer, muziek voor de ziel

Verkorte versie.